Rasstandaard

7 Tibetaantjes uit Oud Gastel in het magazine van de Amerikaanse Kennelclub!

Algemeen beeld: stevig, middelgroot, langharig, vierkant gebouwd met een vastberaden uitdrukking.

Hoofd en schedel: Schedel van middelmatige lengte, niet breed of grof, enigzins versmallend van oor naar oog, noch gewelfd, noch geheel vlak tussen de oren.
De jukbeenderen zijn gebogen, maar niet zo overontwikkeld dat ze uitsteken. Duidelijke, maar niet overdreven stop voor de ogen.
Krachtige snuit met goed ontwikkelde onderkaak. De lengte van oog tot neuspunt is gelijk aan de lengte van oog tot aan de achterkant van de schedel.
Zwarte neus. Het hoofd is rijkelijk voorzien van lang haar dat naar voren valt, maar het zicht mag niet belemmerd worden. De onderkaak heeft een kleine, niet overdreven baard.

Ogen: groot, rond, niet uitpuilend, niet diepliggend, tamelijk ver uit elkaar staand, donkerbruin met zwarte oogranden.

Oren: hangend, niet te dicht tegen het hoofd gedragen. V-vormig, niet te groot, zwaar bevederd.

Gebit: schaar- of omgekeerd schaargebit. De snijtanden in een lichte boog geplaatst, gelijkmatig verdeeld en haaks op de kaak staand.

Voorhand: zwaar bevederd, schouders goed geplaatst, benen recht en evenwijdig, middenvoetsbeentjes iets schuinstaand.

Lichaam: goed gespierd, compact en krachtig. Lengte van de schouder tot aan de staartaanzet is gelijk aan de schouderhoogte. Goed geribd, vlakke rug boven de ribben. Lendenen kort en licht gebogen. Stuitbeen vlak.

Achterhand: zwaar bevederd. goed gebogen kniegewricht, laag geplaatst spronggewricht.

Voeten: Groot en rond. Zwaar behaard tussen de tenen en voetzolen. Staat goed met de voetzolen op de grond. Voeten niet gebogen.

Staart: van middelmatige lengte, tamelijk hoog aangezet en in een vrolijke krul over de rug gedragen. Zeer zwaar bevederd. Een knik bij de punt komt soms voor en is toegestaan.

Gangwerk: vlot met een goed bereik. Krachtig stuwend. Bij het lopen of draven moeten de voor- en achterbenen een lijn vormen en mogen niet naar binnen of naar buiten draaien.

Beharing: dubbele vacht; ondervacht fijn en wollig, bovenvacht overvloedig fijn, maar niet zijdeachtig of wollig. Lang, recht of gegolfd, maar niet gekruld.

Kleuren: wit, diverse blondtinten, grijs, zwart, twee- en driekleurig. In feite is iedere kleur toegestaan, behalve bruin.

Grootte: schouderhoogte reu 35,6 - 40,6 cm. (14 - 16 inch). Teefje iets kleiner.

Opmerking: een reu moet twee ogenschijnlijk normale testikels bezitten, die volledig in het scrotum zijn ingedaald.